Als u een derde inhuurt voor het verlenen van diensten, kunt u via een door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomst zekerheid krijgen over het al dan niet bestaan van een dienstbetrekking.
Maakt u gebruik van een modelovereenkomst, dan heeft u alleen vrijwaring voor het inhouden en afdragen van loonheffingen als ook daadwerkelijk volgens die overeenkomst wordt gewerkt. Wordt in de praktijk afwijkend gewerkt, dan vervalt de vrijwaring en kan de Belastingdienst alsnog op dat moment beoordelen of wel of niet sprake is van een dienstbetrekking, met daarbij risico’s op forse naheffing van loonheffingen.
De Belastingdienst heeft aangegeven dat er tot 2021 in beginsel niet wordt nageheven en beboet als er achteraf sprake blijkt te zijn van een dienstbetrekking en de opdrachtgever geen loonheffing en premies werknemersverzekeringen heeft ingehouden en afgedragen. Dit zal alleen anders zijn als er sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking én er sprake is van evidente en opzettelijke schijnzelfstandigheid. Vanaf oktober 2019 heeft de Belastingdienst het toezicht op naleving van de wettelijke voorschriften wel verscherpt. Ook worden er aanwijzingen gegeven als er bij controle toch sprake blijkt van een dienstbetrekking. Op grond van deze aanwijzingen dient u de situatie dan in beginsel binnen drie maanden aan te passen. Gebeurt dit niet, dan kan de Belastingdienst toch naheffingen en boetes opleggen. Hoe het sanctiebeleid vanaf 2021 wordt, is nog onbekend.
Let op!
Het kabinet Rutte III heeft eerder bekendgemaakt de Wet DBA, de wet die aan de modelovereenkomst ten grondslag ligt, weer te willen vervangen. Deze in 2016 ingevoerde wet ter vervanging van de VAR (Verklaring arbeidsrelatie) zorgt voor te veel onzekerheid en onrust onder zzp’ers en hun opdrachtgevers. In plaats daarvan komt er een nieuwe wet, die opdrachtgevers en echte zzp’ers de zekerheid geeft dat geen sprake is van een dienstbetrekking. Daarbij zal gebruikgemaakt gaan worden van een webmodule. Aan de hand van deze webmodule zou vastgesteld moeten kunnen worden of er al dan niet sprake is van een dienstbetrekking.