Al veel langer bestaan er plannen vanuit de regering om de schijnzelfstandigheid van ZZP’ers tegen te gaan. Het gaat dan om situaties waarin ZZP’ers volgens de Belastingdienst eigenlijk als werknemers zijn aan te merken.
Hoewel de Belastingdienst in zo’n geval een naheffing kan opleggen voor bijvoorbeeld loonbelasting, premie volksverzekeringen en premie werknemersverzekeringen staat de handhaving door de Belastingdienst al langere tijd op een lager pitje. De reden hiervoor is de bestaande onduidelijkheid in de praktijk over de kwalificatie van een overeenkomst met een ZZP’er als arbeidsovereenkomst of overeenkomst van opdracht.
Wij hebben al vaker bericht over dit onderwerp. In ons meest recente nieuwsbericht over dit onderwerp hebben wij geschreven over de kamerbrief van 24 juni 2022. Wij schreven dat het kabinet op drie (hoofd)lijnen streeft naar de aanpak van schijnzelfstandigheid. Het verduidelijken van de regels en kaders moet ervoor zorgen dat de Belastingdienst kan handhaven in geval van schijnzelfstandigheid.
De drie (hoofd)lijnen zijn:
- Het zorgen voor een gelijker speelveld tussen ZZP-ers en werknemers, door regelgeving op het gebied van arbeidsrecht, sociale zekerheid en fiscaliteit te verduidelijken of veranderen;
- Meer duidelijk creëren over de vraag wanneer gewerkt wordt als werknemer of zelfstandige én het ondersteunen van werkenden om hun rechtspositie op te eisen;
- Het verbeteren van toezicht en handhaving op schijnzelfstandigheid.
De minister geeft in een voortgangsbrief van 16 december 2022 over het werken met en als zelfstandige(n) een toelichting op de wijze waarop verdere invulling aan deze drie (hoofd)lijnen zal worden gegeven. Wij vatten dat hieronder samen.
- De zelfstandigenaftrek wordt sneller afgebouwd en de fiscale oudedagsreserve wordt uitgefaseerd;
- De invoering van een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen wordt verder uitgewerkt;
- De mogelijkheden voor collectief onderhandelen voor zelfstandigen worden verder onderzocht;
- Er wordt gewerkt aan het versterken van de positie van zelfstandigen in de SER.
- De invulling van het criterium ‘gezag’ wordt door toevoeging van drie hoofdelementen verder uitgewerkt:
- Worden er instructies gegeven en wordt toezicht gehouden op het werk?
- Is het werk organisatorisch ingebed in de organisatie van de werkgevende? (met andere woorden: worden zelfstandigen en werknemers naast elkaar voor hetzelfde werk en met dezelfde omstandigheden ingezet?
- Is er sprake van zelfstandig ondernemerschap bij de opdrachtnemer?
- Het kabinet wil een rechtsvermoeden introduceren op basis waarvan bij een nader te bepalen tarief een rechtsvermoeden van werknemerschap geldt.
- Het kabinet wil het handhavingsmoratorium uiterlijk op 1 januari 2025 volledig opheffen;
- De Belastingdienst gaat ondertussen al actief samenwerken en hulp bieden aan partijen die willen en kunnen voldoen aan de fiscale en sociale verplichtingen.
- Verder introduceert het kabinet een werkprogramma voor specifieke problematiek in bepaalde sectoren, zoals kinderopvang, onderwijs en de zorg.
Op basis van de voortgangsbrief geeft het kabinet aanknopingspunten voor de kwalificatie van een overeenkomst met een ZZP’er. Hoewel de details de komende maanden verder worden uitgewerkt zijn de contouren in grote lijnen duidelijk. Het is daarom verstandig om op tijd te (laten) beoordelen of de bestaande overeenkomsten met ZZP’ers binnen jouw onderneming volstaan en op de komende regelgeving te anticiperen. Uiteraard zijn wij hierbij graag behulpzaam.