Op 1 januari 2022 is de Wet opkoopbescherming en tijdelijke verhuur in werking getreden.
Deze wet opkoopbescherming houdt in dat gemeenten kunnen bepalen dat het verboden is om als eigenaar bepaalde woningen zonder vergunning te verhuren binnen een periode van vier jaar na de datum van inschrijving in de openbare registers. Dit betekent dat een koper gedurende vier jaar de woning niet zonder vergunning mag verhuren.
De reden voor het invoeren van deze opkoopbescherming is de krapte op de woningmarkt. Door de hoge prijzen maken met name starters en mensen met een middeninkomen minder kans op de woningmarkt.
Gemeenten bepalen zelf voor welke gebieden en voor welke woningen in het goedkope en middeldure segment de opkoopbescherming zal gelden. Sommige gemeenten hebben een aantal wijken aangesteld waar de opkoopbescherming zal gelden, andere gemeenten hebben ervoor gekozen om de opkoopbescherming te laten gelden in de hele gemeente. Ook bepalen de gemeenten zelf tot welke waarde de opkoopbescherming geldt en wat zij dus aanmerken als goedkoop en middelduur segment.
Tot nu toe zijn er al meer dan 12 gemeenten die de opkoopbescherming hebben ingevoerd (waaronder Nijmegen en Eindhoven) en overwegen steeds meer gemeente dit op korte termijn te gaan doen.
Bij de opkoopbescherming moeten gemeenten rekening houden met drie uitzonderingsgevallen. De gemeenten mogen een vergunning niet weigeren wanneer (i) de woning aan naaste familie wordt verhuurd, (ii) de woning onlosmakelijk deel uitmaakt van een winkel-, kantoor-, of bedrijfsruimte, of (iii) als de woning ten hoogste één jaar in bruikleen wordt gegeven.
Ben je van plan om een woning te kopen voor de verhuur? Dan is het zaak om voor het sluiten van een koopovereenkomst na te gaan of er een opkoopbescherming is ingevoerd in de betreffende gemeente.