Er zijn meerdere ontwikkelingen gaande in de agrarische sector, en juist deze combinatie van ontwikkelingen zorgt ervoor dat er meer BV's ontstaan in deze sector. Ten eerste zijn er perioden met hogere opbrengstprijzen, die in specifieke jaren voor (veel) hogere winsten zorgen. We zien steeds meer een golfbeweging in de prijzen. Alles hangt af van vraag en aanbod, en tegenwoordig ook nadrukkelijk van weersomstandigheden. Een goede oogst kan leiden tot een piek in de inkomsten, maar een slechte oogst kan een verliesjaar betekenen. In de melkveehouderij worden de mestafzetproblemen weer sterk gevoeld in de portemonnee. De kostprijs schiet omhoog en het resultaat daalt.
Daarnaast zijn er mondiale invloeden, zoals de handelspolitiek. China beoordeelt momenteel VION, zogenaamd in het kader van tegenmaatregelen in de economische strijd. En natuurlijk speelt de wereldwijde productie een rol: een toename van de productie kan leiden tot een dusdanige toename van het aanbod dat de prijs weer sterk daalt. Kortom, het inkomen in de agrarische sector is allesbehalve stabiel en schommelt door al deze omstandigheden nog meer dan voorheen.
Hier komt bovenop dat de agrarische sector, los van deze ontwikkelingen, vanaf 2024 veel meer belasting moet gaan betalen in de inkomstenbelasting. De grootste pijn wordt veroorzaakt door de toename van de zogenaamde fiscale WOZ-bodemwaarde van 50% naar 100% per 1 januari 2024. Hierdoor zijn de normale afschrijvingen op loodsen en stallen bijna niet meer aftrekbaar in de aangifte van 2024. Dit betekent dat tienduizenden euro’s aan afschrijvingen op gebouwen, en eventueel ook erfverharding, sleufsilo’s e.d., niet aftrekbaar zijn in de aangifte inkomstenbelasting, wat resulteert in een hoger belastbaar inkomen. Alleen voor heel recent nieuwgebouwde stallen geldt een korte overgangsregeling. Bijna iedereen in de agrarische sector zal dit in de portemonnee voelen.
Daarnaast is er ook nog de afschaffing van de middelingsregeling, juist een regeling die de agrarische sector hard nodig heeft. Een topjaar kunnen middelen met een slecht jaar. De verliesverrekening blijft wel bestaan, maar daar heb je effectief minder aan, omdat je in verliesjaren de heffingskortingen van vele duizenden euro’s weggooit.
De zelfstandigenaftrek gaat de komende jaren van € 7.000 naar slechts € 900 per jaar. Dat voordeel wordt dus minimaal. Ooit is deze aftrek gekomen om de ondernemersrisico’s die een zelfstandige ondernemer in de inkomstenbelasting heeft te compenseren en ondernemerschap te stimuleren. Helaas lijkt het erop dat door de vele ZZP’ers die er zijn gekomen, de ondernemers met veel investeringen en financieringen de dupe zijn geworden.
Al deze ontwikkelingen zorgen voor steeds meer BV’s in de agrarische sector, waarbij de situatie waarin men een samenwerking aangaat (in de vorm van een vennootschap onder firma) met de eigen BV steeds populairder wordt. Het is een afweging om te kijken of het oprichten van een BV een positieve invloed heeft op de besparing van belasting. Maar dit betekent ook extra kosten. Levert dat allemaal iets op? Het is een lastig vraagstuk. Wij staan je graag bij om hierin een bewuste keuze te maken.