Johan Geurts, werkzaam bij de vestiging Wanroij, is deze week in de digitale pen geklommen om te bloggen voor OOvB. De maïstelers onder jullie raad ik aan deze blog goed te lezen en de datum 15 februari 2022 te arceren in je kalender.
Ben je van plan maïs te telen op een bepaald perceel? Geef dit dan aan in de perceelregistratie. Daarna kan deze melding ingediend worden bij RVO. Om handhaving mogelijk te maken moet dit voor 15 februari a.s. gebeurd zijn.
De reden hiervoor is dat op bouw- en grasland vanaf 16 februari a.s. drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib uitgereden mag worden. Op percelen (zand- en lössgronden) waar maïs geteeld gaat worden geldt een andere datum. Het uitrijden van drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib is hier pas 16 maart a.s. toegestaan.
In algemene zin geldt dat er sprake is van grasland als de grond voor tenminste 50% is beteeld met gras dat bestemd is voor veevoer door beweiding van de grond met dieren of door de winning van het gewas als voer voor dieren. Dan geldt de kortere uitrijdperiode niet.
Wanneer gras bijvoorbeeld als vanggewas of groenbemester is geteeld, maar niet gebruikt wordt als veevoer, is er sprake van bouwland. Er mag dan niet voor 15 maart drijfmest of vloeibaar zuiveringsslib worden uitgereden.
Vanaf 16 februari a.s. tot uiterlijk 14 maart a.s. kan de melding nog gewijzigd worden. De oppervlakte van een perceel kan dan kleiner gemaakt worden of een perceel kan geheel ingetrokken worden. Een perceel toevoegen kan na 15 februari niet meer. Ook niet, als men een perceel pas na 15 februari in gebruik heeft gekregen.
Als de melding gewijzigd wordt, is het telen van maïs als hoofdteelt op het desbetreffende perceel voor dat jaar niet meer toegestaan. Het is in dat geval wel mogelijk om het perceel voor 15 maart te bemesten met drijfmest of vloeibaar zuiveringsslib.
Twijfel je of er op een perceel maïs geteeld gaat worden? Dan is het raadzaam om het perceel wel aan te melden. Na de melding geldt geen plicht maïs te telen op het perceel. De kortere uitrijdperiode blijft wel gelden, behoudens tijdige intrekking van het perceel.
Maïspercelen hoeven niet gemeld te worden als de maïs wordt geteeld met de biologische productiemethode en men hiervoor een Skal-certificaat heeft en als er suikermaïs onder folie wordt geteeld. In deze gevallen is de kortere uitrijdperiode ook niet van toepassing.