De huidige belastingheffing over vermogen in box 3, de zogenaamde vermogensrendementsheffing, kan voor de jaren 2017 en 2018 niet door de beugel. De Hoge Raad, de hoogste Nederlandse rechter, heeft op 24 december 2021 in een zaak bepaald dat in box 3 het werkelijk behaalde rendement dient te worden belast en niet het fictieve rendement. Eerder heeft de Hoge Raad al geoordeeld dat de regeling in box 3 voor 2016 en eerder niet door de beugel kon. Alleen werden er toen geen consequenties aan verbonden. Dat is nu dus voor de jaren vanaf 2017 wel het geval. Hoe zit dat?
De heffing over vermogen in box 3 gaat sinds 2017 uit van een systeem waarbij belasting wordt geheven over een verondersteld rendement. Dit rendement wordt hoger geacht naarmate een belastingplichtige over meer vermogen beschikt. Volgens de wetgever zal iemand met meer vermogen eerder gaan beleggen en waarschijnlijk dus meer rendement behalen. Desalniettemin wordt er ook bij kleinere vermogens verondersteld dat er gedeeltelijk (risicovoller) belegd wordt en dus niet volledig gespaard.
De Hoge Raad is van mening dat er door dit systeem een onredelijke verhouding bestaat tussen de belangen van de wetgever en het verschil dat ontstaat tussen degenen die een positief dan wel negatief rendement hebben ervaren van hun beleggingen. Belastingplichtigen met een negatief rendement ervaren hierdoor namelijk een relatief zware belastingschuld.
De Hoge Raad corrigeert in zijn uitspraak de belastingheffing in box 3 door niet uit te gaan van het veronderstelde rendement op het vermogen, maar van het werkelijk behaalde rendement. In plaats van belastingheffing over een fictief rendement van ruim € 24.000 werd in de betreffende zaak uitgegaan van het werkelijke rendement van ruim € 10.000. Het is dus een misverstand dat er in box 3 geen belasting betaald hoeft te worden. Dit hangt af van de opbouw van het vermogen en de omvang van de te betalen belasting hangt dus af van het behaalde rendement.
Op de website van de Belastingdienst is te lezen dat deze maand (januari) nog over de gevolgen van de uitspraak van de Hoge Raad op die site wordt bericht. Er is nog veel onduidelijk. Zal de Belastingdienst alleen diegenen compenseren die (massaal) bezwaar hebben aangetekend? Wellicht kiest het Ministerie van Financiën ervoor ook de niet-bezwaarmakers te compenseren. Wordt de compensatie alleen beperkt tot spaartegoeden of gaat die ook gelden voor beleggingsvermogens zoals aandelen en onroerend goed? En op welke wijze wordt er dan gecompenseerd? Er zal dan immers rekening gehouden moeten worden met opbrengsten, kosten en (niet) gerealiseerde waardeveranderingen.
Kortom: het is allemaal nog niet zo eenvoudig. Het is te hopen dat de Belastingdienst snel met duidelijkheid komt. Zodra deze er is, informeren wij je direct. Heb je nog vragen, aarzel dan niet om contact op te nemen met je adviseur van OOvB voor een advies op maat.