Hoe zit het met investeringsaftrek als je in meerdere ondernemingen onderneemt?

Vanaf 2021 zijn de regels met betrekking tot de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) gewijzigd voor ondernemers die in meerdere ondernemingen participeren. Tot 2021 wordt de KIA bepaald per ondernemer. Je keek dus als ondernemer hoeveel jij investeert in een jaar en past vervolgens de geldende tabellen toe.

Dit gaf discussie als er sprake was van één ondernemer die deelnam in meerdere ondernemingen. Het kon dan zomaar zijn dat de ene ondernemer in de VOF minder KIA kreeg voor een investering van deze VOF dan de andere vennoot. Ook als er sprake was van buitenvennootschappelijke investeringen ontstond discussie. Moest je deze investeringen dan bij het totaal van de investeringen van de VOF tellen, of moest je eerst een gedeelte van de VOF investeringen toerekenen aan elk van de vennoten. Kortom steeds meer vragen die door de rechter moesten worden beantwoord.

In 2019 heeft de Hoge Raad beslist over een maatschap waarbij één van de maten naast de maatschappelijke investeringen ook buitenvennootschappelijke investeringen had gedaan. De Hoge Raad zei dat je de investeringen van de totale maatschap en van het buitenvennootschappelijk vermogen bij elkaar moest optellen om te bepalen welke schijf voor de KIA je moest toepassen. Hierdoor kon de betreffende maat de maximale KIA claimen.

Omdat de wetgever zich niet kon vinden in deze oplossing van de Hoge Raad is met ingang van 2021 de wetgeving aangepast. Vanaf 2021 geldt het volgende:

  1. Bij buitenvennootschappelijke investeringen moet je KIA berekenen volgens de formule: (KIA over de totale investeringen) maal ( je aandeel in de investeringen in VOF of maatschap plus je buitenvennootschappelijke investeringen) gedeeld door de totale investeringen. Deze berekeningswijze komt overeen met de berekening van de inspecteur in het arrest van de Hoge Raad en zorgt dus voor minder KIA dan op grond van het arrest van 2019 mogelijk was.
  2. Bij meerdere objectieve ondernemingen bepaal je de KIA per onderneming en tel je de afzonderlijke berekende KIA bij elkaar op. In deze situatie kun je dus maximaal de maximale KIA maal het aantal ondernemingen dat je hebt krijgen. Dit is dus een uitbreiding van de KIA mogelijkheid ten opzichte van de oude wetgeving maar ook ten opzichten van het arrest van de Hoge Raad. Daar kon je immers nooit meer dan de maximale KIA krijgen.

Conclusie: heb je in 2021 of later geïnvesteerd en kom je in aanmerking voor KIA, kijk dan goed na welke rekenmethode op jouw situatie van toepassing is.