De Nederlandse gemeenten hebben besloten uit de samenwerking met het kabinet en de zorgsector te stappen om de gezondheidszorg toegankelijk en betaalbaar te houden.
Dit besluit, genomen door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), werd door 93,4% van de leden gesteund. De belangrijkste reden is de geplande bezuiniging van het kabinet op gemeentelijke budgetten voor gezondheidsprojecten.
Het besluit zet het Integraal Zorgakkoord (IZA) onder druk, een cruciaal plan om de zorg tot 2040 overeind te houden. Gemeenten spelen een centrale rol in preventief gezondheidsbeleid, zoals het verbeteren van leefomstandigheden en het bieden van maatschappelijke ondersteuning om zorgbehoefte te verminderen. Voorbeelden zijn hulp bij schulden om stress te verlagen en buurthuizen tegen eenzaamheid.
Het vorige kabinet had een Gezond en Actief Leven Akkoord gesloten, inclusief 300 miljoen euro extra per jaar tot 2026 voor gemeenten. Echter, bezuinigingen en onzekerheid rondom een nieuw financieringssysteem dreigen de gemeenten vanaf 2026 miljarden te kosten, waardoor 2026 al als een "financieel ravijnjaar" wordt bestempeld.
Volgens de VNG-eisen gemeenten niet alleen financiële zekerheid, maar ook een gelijkwaardige rol aan de overlegtafel. Zorgminister Agema betreurt het besluit en nodigt gemeenten uit om terug te keren, terwijl zij benadrukt dat de uitdagingen in de zorg gezamenlijke inspanningen vereisen.