Heb je een eenmanszaak of ben je vennoot in een VOF? Dan bestaat er een gerede kans dat je een fiscale oudedagsreserve, afgekort FOR, hebt.
Het kabinet is van plan om de opbouw van de FOR per 1 januari 2023 af te schaffen. Concreet houdt dit in dat er vanaf het belastingjaar 2023 niet meer mag worden toegevoegd aan de FOR. De bestaande FOR hoeft niet verplicht af te nemen. Deze wordt bevroren en kan op de reguliere wijze worden afgewikkeld.
Als ondernemer kun je jaarlijks een bepaald percentage van de winst toevoegen aan de FOR. Dit is een fiscale aftrekpost waarmee je de belastbare winst verlaagt. Hierdoor betaal je minder inkomstenbelasting en eventueel minder bijdrage zorgverzekeringswet en heb je wellicht recht op meer toeslagen. Je hebt dus een direct liquiditeitsvoordeel. Dit klinkt als een zegen.
Het totaal van de bedragen die van de winst zijn afgetrokken staat op de fiscale balans (deze vind je in de aangifte inkomstenbelasting) onder de naam fiscale oudedagsreserve. In de commerciële jaarrekening is dit niet te zien.
Ooit komt er een moment dat je de FOR moet opheffen. Dit is onder andere het geval als je de onderneming staakt. Ook als je de onderneming inbrengt in een B.V. kan er sprake zijn staking. Het totaal bedrag van de FOR wordt dan bij de winst geteld waardoor je er inkomstenbelasting en eventueel bijdrage zorgverzekeringswet over betaalt maar waardoor je ook minder recht hebt op toeslagen.
Als je gebruikt maakt van de FOR heb je dus een belastingschuld omdat er sprake is van uitstel van belastingheffing. Dat kan een vloek zijn als er geen geld beschikbaar is.
Maar gelukkig zijn er manieren om belastingheffing ineens over de afname van de FOR te voorkomen en de belasting geleidelijk aan te betalen.
Je laat (een deel van) je fiscale oudedagsreserve vrijvallen. De winst van je onderneming neemt dan toe met dit bedrag. Ditzelfde bedrag leg je vervolgens in op een bankspaarrekening voor de opbouwfase. Deze inleg mag je aftrekken bij je belastingaangifte. Per saldo betaal je dus geen belasting, want je belastbaar inkomen blijft gelijk. De omzetting van je fiscale oudedagsreserve naar banksparen verloopt fiscaal neutraal. En over het saldo op je bankspaarrekening betaal je bovendien geen vermogensrendementsheffing in box 3. Het opgebouwde vermogen moet uiteindelijk in termijnen worden uitgekeerd en dan betaal je er pas belasting over.
Hier staat wel een aantal fiscale spelregels tegenover:
- Je kunt tussentijds geen geld opnemen van je bankspaarrekening;
- Je mag maximaal doorsparen tot 5 jaar na het bereiken van je AOW-leeftijd;
- Je moet je opgebouwde vermogen in termijnen laten uitkeren.
Heb je vragen over de FOR of wil je de FOR opheffen informeer dan bij je adviseur. Deze kan je hierover inlichten en adviseren zodat je in de toekomst niet voor verrassingen komt te staan.