Een maand geleden waren de hogere prijzen voor diensten de grootste drijfveer achter de inflatie in de eurozone, die steeg tot 2,6 procent, meldt Eurostat op basis van definitieve cijfers. Dit inflatiecijfer komt overeen met eerdere ramingen en was een maand daarvoor nog 2,4 procent.
De prijzen voor levensmiddelen, alcohol en tabak namen toe, maar minder sterk dan in april. De energieprijzen stegen na een eerdere daling. De gemiddelde prijsstijging van diensten was 4,1 procent, vergeleken met 3,7 procent een maand eerder.
Letland, Finland en Italië hadden in mei de laagste inflatie, terwijl Roemenië, België en Kroatië de sterkste stijging in levensonderhoudskosten zagen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bevestigde dat de inflatie in Nederland volgens de Europese methode in mei steeg tot 2,7 procent, iets boven het eurozone-gemiddelde.
Ondanks de stijgende inflatie verlaagde de Europese Centrale Bank (ECB) in juni voor het eerst sinds 2019 de rente. ECB-president Christine Lagarde waarschuwde dat de strijd tegen inflatie nog niet voorbij is en verdere renteverlagingen per vergadering zullen worden beoordeeld.