Bij voortzetting van samenwerking in BV verplicht verzekerd voor werknemersverzekeringen?

Sinds de inwerkingtreding van de Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2016 is bij de aandeelhouders in een BV een gelijke of nagenoeg gelijke verdeling van het aandelenkapitaal vereist om geen premies werknemersverzekeringen verplicht te zijn, als sprake is van een groter aantal aandeelhouders, waardoor ieder van hen slechts een minderheid van de aandelen houdt en niet zijn eigen ontslag kan tegenhouden.

Bij voortzetting van samenwerking in BV verplicht verzekerd voor werknemersverzekeringen?

Dit is een belangrijk aandachtpunt, als van een persoonlijk samenwerkingsverband zoals maatschap of VOF wordt overgegaan naar een BV-structuur, zo bevestigt de rechtbank Gelderland nog maar eens in een recent gepubliceerde uitspraak over een radiologen-BV. De aandeelhouders kunnen er dan geen beroep meer op doen dat ze op een vergelijkbare wijze samenwerken als ondernemers in een samenwerkingsverband.

Vaak wordt dan bij de verdeling van de aandelen uitgegaan van de voorheen bestaande kapitaalaandelen in bijvoorbeeld VOF of de urenomvang van ieders dienstbetrekking. Daarmee komt echter geen gelijke of nagenoeg gelijke aandelenverdeling tot stand; van een nagenoeg gelijke verdeling is eigenlijk alleen sprake bij een aantal aandelen dat niet deelbaar is door het aantal aandeelhouders, waardoor een of enkelen van hen een aandeel meer of minder hebben.

In de praktijk wordt regelmatig over het hoofd gezien dat daardoor niet meer voldaan wordt aan de eisen van de Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2016 en dat dus premies werknemersverzekeringen verschuldigd zijn over alle betalingen aan de aandeelhouders, bijvoorbeeld uit hoofde van hun dienstverband bij de BV. Deze premies kunnen dan bovendien met 5 jaar terugwerkende kracht worden ingevorderd.

Een oplossing kan dan zijn om iedere aandeelhouder een eigen soort aandelen toe te kennen, waardoor ieder wel zijn eigen ontslag kan tegenhouden. Daarvoor zal meestal wel een statutenwijziging nodig zijn en bovendien heeft dit invloed op ontslagmogelijkheden.

Dit probleem kan overigens ook in een later stadium ontstaan, bijvoorbeeld bij toetreden van een nieuwe aandeelhouder of als een aandeelhouder besluit minder te gaan werken en daardoor aandelen moet aanbieden. Bij elke wijziging in de structuur moet dus ook met dit soort gevolgen rekening worden gehouden.

 

Rechtbank Gelderland, ECLI:NL:RBGEL:2024:7860