Al voordat corona zijn opwachting maakte, was er sprake van verontruste winkelleegstanden. Vele middelgrote provincieplaatsen waren de belichaming van een troosteloze aanblik waarbij het schaarse winkelpubliek een puzzeltocht uitvoerde om de levensvatbare winkels te ontdekken tussen de lege etalages.
Hoe opmerkelijk is het vandaag de dag, nu corona aan een aftocht begonnen lijkt, dat juist de winkelleegstand aan het dalen is? Weliswaar is het een bescheiden daling – van 7,5% vorig jaar, tot 7,2% dit jaar – maar toch. Wat blijkt is dat een groot deel van de consumenten graag bereid is om wat dichterbij te gaan winkelen. Corona zal daar zeker een rol bij spelen, overigens. Dat betekent dat het toeristische winkelen naar de grotere steden, verder weg, wat heeft ingeboet aan populariteit. Voor de middelgrote provincieplaatsen is het een kans, om te laten zien dat winkelen in de regio ook veel te bieden heeft.
Want één ding dat de coronamaatregelen ook laten zien? Dat is dat we als mensen toch graag de behoefte hebben om samen met elkaar dingen te doen. De voorspelde verschuiving van fysiek winkelen naar puur online winkelen lijkt dan ook niet helemaal op te gaan.
Winkelgeograaf Hans van Tellingen is er duidelijk over. “Er zijn volop kansen voor winkeliers en vastgoedeigenaren”. Al zit er wel een randje aan die positiviteit. Zo geeft hij aan dat de huren laag zijn, goed nieuws dus voor huurders. En ook geeft hij aan dat vele vastgoedeigenaren vanwege financiële problemen hun winkelvastgoed zullen aanbieden, wat dus instapkansen geeft voor nieuwe vastgoedinstappers.
Van Tellingen geeft ook aan dat de consument graag verblijft in de stad. Maar met de aantekening dat de regionale winkelstad dezelfde combinatie van vermaak, winkelen en restaureren dient te bieden als de ‘grote’ stad.