Wanneer je als werkgever meer dan 1 auto gelijktijdig ter beschikking stelt aan één werknemer, dan verandert vanaf 2022 de wijze waarop de bijtelling voor het privé gebruik berekend moet worden.
Mag een werknemer een auto van de zaak meer dan 500 kilometer per jaar privé rijden zonder daarvoor een vergoeding aan de werkgever te betalen. Dan wordt dit gezien als beloning en moet het privé gebruik, een percentage van de catalogus waarde, bij het te ontvangen loon op worden geteld. De bijtelling is een percentage van de cataloguswaarde van de auto. Voor nieuwe auto’s uit 2021 zijn er 2 tarieven 12% voor auto’s die geen CO2-uitstoten en 22% voor auto’s die dat wel doen.
Waarbij het lage tarief is gemaximeerd tot een catalogus waarde van €40.000, daarboven moet ook met 22% worden gerekend.
Voor oudere auto’s moet rekening worden gehouden met de tarieven die in het jaar van de eerste tenaamstelling golden.
Het is toegestaan om een werknemer meerdere auto’s van de zaak ter beschikking te stellen. Bijvoorbeeld een personen auto voor het woon-werkverkeer en privé gebruik en een bestelbus voor bezoeken aan de werkplaats en grote klussen waar materiaal voor nodig is.
Op het moment dat een werknemer meerdere auto’s gelijktijdig ter beschikking heeft gelden in beginsel dezelfde regels als bij het ter beschikking stellen van één auto. Namelijk als in de ter beschikking gestelde auto’s meer dan 500 kilometer privé wordt gereden moet bijtelling worden berekend de 500-kilometergrens moet per ter beschikking gestelde auto worden beoordeeld.
Als geen kilometeradministratie wordt bijgehouden zou de werknemer over beide auto’s bijtelling moeten berekenen. Meestal wordt in de bovenstaande situatie voor de bestelbus een verklaring geen privégebruik voor de bestelauto aangevraagd en wordt alleen over de personen auto bijtelling berekend. Mits op jaar basis minder dan 500 kilometer privé wordt gereden. Wanneer met een verklaring van geen privé gebruik toch meer dan 500 kilometer privé wordt gereden moet als nog bijtelling worden berekend. Het is daarmee ondanks de verklaring wel van belang dat een kilometeradministratie wordt bijgehouden om aan te tonen dat minder dan 500 kilometer privé wordt gereden.
Wanneer beide auto’s minder dan 500 kilometer privé worden gebruikt dan hoeft geen bijtelling plaats te vinden. Wanneer aangetoond kan worden dat er maar één auto privé wordt gebruikt dan hoeft alleen maar voor die auto te worden bijgeteld.
In maart 2021 heeft de belastingdienst in het handboek loonheffing een voorzet gegeven op de volgende wijze:
“Redelijke toepassing van deze regels betekent dat de bijtelling privégebruik auto bij meerdere ter beschikking gestelde auto’s beperkt kan blijven tot 1 auto als de werknemer alleenstaand is of als in zijn gezin 1 persoon een rijbewijs heeft. Je houdt alleen rekening met de auto met de hoogste bijtelling. Als in het gezin van de werknemer 2 personen een rijbewijs hebben, berekent u de bijtelling over 2 auto’s. Je houdt alleen rekening met de 2 auto’s met de hoogste bijtelling.”
Dus hoeft bij een alleenstaande maar 1 auto te worden bijgeteld en bij een gezin met 2 of meer rijbewijzen evenveel auto’s als het aantal rijbewijzen. De 500-kilometergrens blijft wel gehandhaafd evenals de overige regels om aan te tonen dat er geen spraken is van privégebruik.
In 2021 moet voor de berekening van de bijtelling uit worden gegaan van de auto(’s) met de hoogste catalogus waarde. Maar vanaf 2022 moet rekening worden gehouden met de auto(’s) met de hoogste bijtelling.
Voorbeeld:
Een alleenstaande werknemer heeft twee auto’s ter beschikking.
Auto 1 heeft een catalogus waarde van € 50.000 en een tarief van 12% tot € 40.000 = €4.800 en 22% voor € 10.000 = € 2.200. De totale bijtelling voor auto 1 bedraagt € 7.000.
Auto 2 heeft een catalogus waarde van € 40.000 en een tarief van 22% = €8.800
In 2021 hoeft alleen de bijtelling van auto 1 als extra loon worden gerekend, in 2022 moet dus de bijtelling van auto 2 tot het loon worden gerekend.
Wanneer het om samenwoners gaan en de werknemer heeft de bovenstaand twee auto’s ter beschikking moeten beide auto’s worden bijgeteld en moet de werknemer bewijzen dat er maar één auto privé wordt gebruikt. Het is daarna aan de belastingdienst om te bewijzen dat er toch meerdere auto’s moeten worden bijgeteld.
Heb je vragen over de fiscaliteit van mobiliteit? We horen het graag. Wij adviseren graag wat de mogelijkheden zijn.