Vanaf 2023 worden er beperkingen gesteld aan investeringen in duurzame stallen. Milieuvriendelijke investeringen kunnen in aanmerking komen voor de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en/of de Regeling willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil).
Bij bedrijfsmiddelen die op de milieulijst staan mag afhankelijk van het bedrijfsmiddel een extra investeringsaftrek worden toegepast (27%, 36% of 45%). Daarnaast kunnen bepaalde investeringen voor 75% willekeurig worden afgeschreven. In een aantal gevallen is er sprake van een maximumbedrag wat voor de regelingen in aanmerking komt.
Het kabinet verhoogt vanaf 2023 het budget voor de MIA elk jaar met € 48 miljoen. Daarmee komt het MIA-budget voor 2023 uit op € 192 miljoen. Hierdoor beweegt de financiële steun mee met de gestegen investeringskosten door onder andere inflatie. Het Vamil-budget van € 25 miljoen blijft in 2023 hetzelfde.
Als gevolg van de voorgenomen stikstofmaatregelen zijn er in de Milieulijst 2023 een aantal wijzigingen doorgevoerd voor MIA/Vamil-steun aan investeringen in duurzame stallen. Het kabinet zet in op grondgebonden melkveehouderij. Als gevolg daarvan komen investeringen in duurzame melkveestallen (A 2210 en F 2212) alleen nog in aanmerking voor MIA/Vamil wanneer de betreffende veehouder kan aantonen dat de investering een grondgebonden veehouderij betreft. Investeringen in duurzame varkensstallen (A 2220 en A 2221) en duurzame pluimveestallen (A 2230 en A 2231) komen alleen in aanmerking wanneer het aantal gehouden dieren niet toeneemt. Daarnaast geldt voor alle stallen dat een omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en vergunning op grond van de Wet natuurbescherming aanwezig moeten zijn, mocht vanuit de wetgeving een dergelijke vergunning vereist zijn.
Investeringen in zogenaamde megastallen komen niet meer in aanmerking voor MIA en Vamil, omdat deze niet passen binnen de beoogde transitie naar een duurzame landbouwsector. Nieuwe varkens- en pluimveestallen op een nieuwe locatie komen eveneens niet meer in aanmerking voor MIA/Vamil, tenzij het om verplaatsing van een bestaand bedrijf gaat.
Er zijn een aantal nieuwe bedrijfsmiddelen opgenomen, waaronder:
- Productieapparatuur voor strokenteelt;
- Dual-fuel waterstof aangedreven landbouwtractor;
- Waterstof aangedreven mobiel werktuig;
- Elektrisch aangedreven werktuigendrager.
Aanvragen moeten binnen drie maanden na het aangaan van de investeringsverplichtingen worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De milieulijst 2023 geldt voor investeringen, waarvoor in 2023 verplichtingen zijn aangegaan. Per melding dient de investering ten minste € 2.500 te bedragen om in aanmerking te komen voor MIA of Vamil.