Meer duidelijkheid over BTW-positie commissaris en toezichthouder

In welke gevallen moet een commissaris of andere toezichthouder BTW berekenen over de toezichthoudende taken die hij uitvoert? De staatssecretaris van Financiën heeft hierover via een besluit eindelijk meer duidelijkheid geboden. Jeroen van Boekel, werkzaam in Uden en Heesch, gaat hier dieper op in in de wekelijkse OOvB blog.

Zelfstandig of niet?

Of BTW berekend moet worden hangt af van de vraag of er sprake is van zelfstandigheid van de commissaris of andere toezichthouder ten aanzien van de toezichthoudende werkzaamheden. Dit is vaak niet het geval, wat betekent dat dan geen BTW in rekening hoeft te worden gebracht.

Eerdere uitspraken

Het besluit ligt in het verlengde van eerdere uitspraken van het Europese Hof en de Hoge Raad. In deze zaken hadden de toezichthouders geen individuele taken of verantwoordelijkheden, handelden ze ook niet op eigen naam, voor eigen rekening of verantwoordelijkheid en liepen ze geen economisch risico. Ze waren dan ook niet zelfstandig en hoefden geen BTW te berekenen.

Specifieke organen

Het besluit noemt een aantal concrete organen waarbij in het algemeen geen sprake zal zijn van zelfstandigheid. Het betreft:

  • toezichthoudende organen met wettelijke grondslag in publiek- of privaatrecht (o.a. nv, bv, (bedrijfstak)pensioenfonds)
  • toezichthoudende organen zonder wettelijke grondslag in publiek- of privaatrecht vergelijkbaar met nv of bv (o.a. stichting en vereniging)
  • bezwaaradviescommissies en adviescolleges met wettelijke taak
  • toetsingscommissies, geschillencommissies en vergelijkbare commissies

 

Let op! In het algemeen zal in voorgaande situaties geen sprake zijn van zelfstandigheid, maar de beoordeling of wel of niet sprake is van zelfstandigheid blijft altijd een feitelijke beoordeling. Beoordeel daarom altijd, onder meer aan de hand van de statuten en de op de statuten gebaseerde reglementen, of wel of geen sprake is van zelfstandigheid van de commissaris of andere toezichthouder.

Terugwerkende kracht

Het besluit heeft terugwerkende kracht tot 13 juni 2019, de datum van de uitspraak van het Europese Hof. Voor werkzaamheden waarbij na deze datum BTW is berekend en deze is verrekend door de afnemer, hoeft dit niet met terugwerkende kracht  gecorrigeerd te worden.

Tip! Een organisatie met (deels) btw-vrijgestelde prestaties heeft in het verleden de btw die een commissaris of andere toezichthouder berekende, niet (geheel) in aftrek kunnen brengen. Blijkt nu dat de commissaris of andere toezichthouder ten onrechte btw berekende omdat de zelfstandigheid ontbreekt? Dan kan het voor de organisatie een financieel voordeel opleveren als de commissaris of andere toezichthouder met terugwerkende kracht de ten onrechte afgedragen BTW bij de Belastingdienst terugvraagt en doorstort naar de organisatie.

Gelukkig is er na al die jaren eindelijk duidelijkheid over de fiscale positie van de commissaris. Heb je vragen over het berekenen van BTW door commissarissen en toezichthouders, neem dan contact met ons op.