Ondanks de grotendeelse winkelsluiting, heeft de non-food detailhandel in het eerste kwartaal slechts een lichte omzetdaling te verwerken gekregen. De omzet kwam uit op 4,7 miljard euro, een daling van 1,4% ten opzichte van een jaar geleden. De beperkte daling is volgens marktonderzoeker GFK vooral te danken aan de stijging van een aantal sectoren.
Door het thuiswerken werden vooral veel laptops, telefoons, televisies en spelcomputers gekocht. In de IT-sector werd een omzetstijging genoteerd van 12%. Niet alleen te danken aan de koop van meer producten, maar ook door de aankoop van duurdere producten.
Ook het witgoed segment profiteerde dankzij de voortdurende behoefte om het huis te vernieuwen en op te knappen. Populair waren koelkasten, inbouwkookplaten, fornuizen en ovens. De sterkste groei – 20% - werd gezien bij productgroepen als koffieapparaten en luchtreinigers.
De derde sector die bovengemiddeld presteerde was de fietsenbranche. Zo werd een groei gemeten in het eerste kwartaal van maar liefst 25%. De oorzaak kan gevonden worden in de voortdurende sluiting van sportscholen, de weerstand tegen reizen met openbaar vervoer en de behoefte aan een actieve en gezonde vrijetijdsinvulling. Vooral in het segment e-bikes werd de toename gemeten.
Helaas zijn er ook enkele sectoren die dus wel flink last hadden van de winkelsluitingen. De DHZ winkels hadden zo een omzetverlies van 40% te verwerken, en ook de modewinkels en bijvoorbeeld opticiens zagen hun omzet in rood kleuren.