De provincies hebben beleidsregels vastgesteld voor het verlenen van vergunningen op grond van de Wet natuurbescherming (hierna: natuurvergunning). Vanaf 11 oktober 2019 kunnen er weer vergunningen verleend worden. In de beleidsregels worden de voorwaarden genoemd voor het intern en extern salderen.
De zogenoemde latente ruimte kan niet gebruikt worden voor het intern en extern salderen. In de kamerbrief van 4 oktober jl. stelde de minister van LNV dat voor het salderen moet worden uitgegaan van de feitelijk gerealiseerde vergunde stalcapaciteit. De provincies stellen een zwaardere eis bij het extern salderen. Zij gaan uit van de feitelijk benutte capaciteit op 8 oktober 2019.
Uitgangspunt bij intern salderen is de vergunde en feitelijk gerealiseerde capaciteit. Het deel van de vergunde capaciteit waarvoor de aanvrager niet beschikt over de benodigde fosfaatrechten, pluimveerechten, varkensrechten of CO2-rechten wordt niet gerekend tot de feitelijk gerealiseerde capaciteit, zodat deze ruimte niet kan worden ingezet voor intern salderen. Bij de emissie moet worden uitgegaan van ten hoogste de emissie per dierplaats op grond van het Besluit emissiearme huisvesting, zoals dat geldt op het moment van indiening van de aanvraag voor een natuurvergunning.
Voor rundvee is een uitzondering benoemd in verband met de invoering van het stelsel van fosfaatrechten. Voor het bepalen van de feitelijk gerealiseerde capaciteit gelden de fosfaatrechten plus het rundvee dat men door invoering van het stelsel niet meer kon houden. Daarvoor moet aangetoond worden dat op 1 maart 2017 meer rundvee werd gehouden dan aan fosfaatrechten is verkregen en dat op 1 maart 2017 voldoende ruimte beschikbaar was in de stallen.
Intern salderen is niet toegestaan bij bedrijven die deelnemen aan de subsidieregeling sanering varkenshouderijen dan wel een daarmee vergelijkbare andere warme saneringsregeling.
Voor extern salderen geldt voor het saldogevend bedrijf:
- dat dit bedrijf zich niet binnen één kilometer van een Natura 2000-gebied bevindt en niet is beëindigd tussen 1 juli 2015 en 1 juli 2018, of
- dat dit bedrijf zich binnen één kilometer van een Natura 2000-gebied bevindt.
Uitgangspunt voor het extern salderen is de vergunde capaciteit voor zover deze aantoonbaar is benut op 8 oktober 2019. Mits voldoende onderbouwd mag uitgegaan worden van een hogere aantoonbare benutte capaciteit in één van de drie jaren voor 8 oktober 2019. Bij de emissie moet worden uitgegaan van ten hoogste de emissie per dierplaats op grond van het Besluit emissiearme huisvesting, zoals dat geldt op het moment van indiening van de aanvraag voor een natuurvergunning voor de saldo-ontvangende activiteit.
Extern salderen is niet toegestaan als het saldogevende bedrijf deelneemt aan de subsidieregeling sanering varkenshouderijen dan wel een daarmee vergelijkbare andere warme saneringsregeling, alsmede de stoppersregeling Actieplan Ammoniak Veehouderij voor zover deze wordt ingezet voor extern salderen.
Bedrijven die op 4 oktober 2019 beschikten over varkens-, pluimvee- of fosfaatrechten kunnen pas gebruik maken van extern salderen, zodra een wijziging van de Meststoffenwet in werking is getreden waarin bepaald wordt deze rechten komen te vervallen bij extern salderen.