De Nevi Inkoopmanagersindex voor de Nederlandse industrie bleef in december stabiel, met een lichte daling van 44,9 naar 44,8, wat wijst op aanhoudende afname van activiteiten. De industrie ziet een voortdurende daling in nieuwe orders, wat leidt tot verminderde productie, inkoop en werkgelegenheid.
Ondanks de uitdagingen, blijft er een optimisme onder inkopers voor 2024. 38% verwacht een productiestijging, tegenover 19% die een daling voorziet. Dit optimisme, hoewel recentelijk getemperd, wordt gevoed door de vooruitzichten op nieuwe investeringen, contracten en exportgroei. De verwachting is dat ondanks de huidige teruggang, de industrie geleidelijk zal herstellen vanaf het tweede kwartaal van 2024. De overvloedige voorraden, opgebouwd tijdens de pandemie, zullen naar verwachting afnemen. Bovendien wordt een verdere daling van de rente voorzien, aangedreven door afnemende inflatie en acties van centrale banken zoals de Europese Centrale Bank en de Federal Reserve, die mogelijk de beleidsrente zullen verlagen.
Deze lagere rente kan investeringen, met name in de machine-industrie, stimuleren. Ook de financiering van voorraden, waaronder metaal- en kunststofproducten, wordt goedkoper, wat de vraag kan doen toenemen. Hoewel het herstel traag zal zijn vanwege de langzame groei van de wereldeconomie, verwachten analisten van enkele grootbanken een geleidelijk herstel vanaf het tweede kwartaal, met een kans op een zachte landing voor de Nederlandse industrie voor de zomer.