Gerechtelijke uitspraak 10 december: 'goedkoop is duurkoop': subsidie misgelopen

Een landbouwer diende in april 2016 de Gecombineerde opgave voor dat jaar in en verzocht hierin om uitbetaling van de basis- en vergroeningsbetaling. Op dezelfde datum diende hij een melding ‘overdragen betalingsrechten’ in, waarin hij stond vermeld als overnemer van rechten.

Begin januari 2017 besloot RVO.nl de overdracht van de betalingsrechten niet te verwerken, omdat de landbouwer niet als actieve landbouwer kon worden aangemerkt. Op 15 mei 2016 stond de landbouwer in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel ingeschreven met de hoofdactiviteit ‘klusbedrijf’ en de teelt van asperges als nevenactiviteit. Ook de uitbetaling van de betalingsrechten werd daarom afgewezen.

In november 2016 was de landbouwer nog in de gelegenheid gesteld de inschrijving in het handelsregister aan te passen dan wel een accountantsverklaring in te dienen, maar hij had hiervan geen gebruik gemaakt. Pas na de afwijzing wijzigde hij op 16 januari 2017 de inschrijving bij de Kamer van Koophandel (de aspergeteelt werd ingeschreven als hoofdactiviteit). In de bezwaarfase diende hij alsnog een accountantsverklaring in, maar volgens RVO.nl was dit te laat. Het bezwaar van de landbouwer werd ongegrond verklaard.

In de beroepszaak oordeelde het College van Beroep voor het bedrijfsleven dat een melding ‘overdragen betalingsrechten’ het gehele jaar kan worden gedaan zonder dat daarbij nadere bewijsstukken worden verlangd. De (te late) accountantsverklaring moest wel worden meegenomen in de afweging.

In geschil was of de landbouwer op 15 mei 2016 als actieve landbouwer kon worden aangemerkt en of hij (tijdig) een accountantsverklaring had ingediend omdat hij op 15 mei 2016 niet met een hoofdactiviteit landbouw stond ingeschreven bij de KvK.

In de accountantsverklaring verklaarde de accountant dat de aspergeteelt de hoofdactiviteit was en dat de inschrijving bij de KvK op dat punt niet juist was.

Die inschrijving was inmiddels aangepast. Maar in de accountantsverklaring stond geen verdere en ook geen cijfermatige onderbouwing.

Het College oordeelde op 10 december 2019 dat de accountantsverklaring niet voldeed aan de voorwaarden. Van een professionele gemachtigde, tevens accountant, mag verwacht worden dat deze op de hoogte is van de daaraan gestelde eisen in het kader van de betalingsrechten. De verklaring was in dit geval niet meer dan een toelichting op de nieuwe inschrijving bij de Kvk, maar bevatte geen gegevens over het inkomen van de landbouwer. RVO.nl had daarom terecht gesteld dat er geen accountantsverklaring was ingediend. Terecht was de overdracht pas per 16 januari 2017 verwerkt en de uitbetaling over 2016 afgewezen.

Uit deze casus blijkt dat als een adviseur, in dit geval een accountant, een “vereenvoudigde” verklaring opgeeft, dat dit verstrekkende gevolgen kan hebben.

Als uit kostenbesparing een vereenvoudigde verklaring afgegeven is, dan mag je jezelf afvragen of dit een juiste keuze geweest is.  “Goedkoop is duurkoop” blijkt dan uit deze uitspraak. Het is mogelijk dat door de gekozen kostenbesparing van een  “goedkope” verklaring de subsidie is misgelopen.