Vrijdag 18 juni 2021 is het advies dat op 2 juni 2021 door de Sociaal-Economische Raad (SER) is gepresenteerd, vastgesteld door de raadsvergadering van de SER.
Met de voorstellen zoals genoemd in het advies van de SER wil de SER flexibele arbeidsrelaties terugdringen door het gebruik van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd aantrekkelijker te maken voor werkgevers. Hieronder zie je in grote lijnen hoe het advies van de SER eruit ziet.
De SER adviseert om oproep- en nulurenovereenkomsten volledig af te schaffen. In plaats daarvan dienen er arbeidsovereenkomsten te komen waarin een vast aantal uren is opgenomen, welke uren minimaal gelijk zijn aan het gemiddelde aantal uren in een kwartaal (een kwartaaluren-norm). Met scholieren en studenten kunnen nog wel oproep- of nulurenovereenkomsten worden gesloten.
Volgens de SER mogen er maximaal drie tijdelijke arbeidsovereenkomsten worden aangegaan gedurende een periode van maximaal drie jaar, waarbij de onderbrekingstermijn van zes maanden komt te vervallen (de SER stelt wel voor een administratieve vervaldatum te hanteren). Een uitzondering geldt voor scholieren en studenten, waarbij nog steeds de onderbrekingstermijn van zes maanden wordt voorgesteld. Voor seizoensarbeid wordt een onderbrekingstermijn van drie maanden voorgesteld. Bij cao afwijken zal niet meer mogelijk zijn.
De maximale duur van fase A en fase B wordt zodanig verkort dat de maximale duur van de uitzending wordt beperkt tot drie jaar. Daarnaast moeten de arbeidsvoorwaarden van uitzendkrachten gelijkwaardig zijn aan die van werknemers in dienst bij de inlener.
Om het gebruik van schijnconstructies (verder) tegen te gaan wordt de zelfstandigenaftrek gefaseerd afgebouwd. Om schijnzelfstandigheid te voorkomen, komt er voorts een ‘rechtsvermoeden van werknemerschap’ bij een tarief onder het maximumdagloon (30 à 35 euro per uur). Als de arbeidskracht meent dat hij/zij werknemer is, dan is het vervolgens aan de opdrachtgever om te bewijzen dat dit niet het geval is. Tevens dienen zelfstandigen zich verplicht te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid.
- Werkgevers in zwaar weer krijgen de mogelijkheid om eenzijdig de arbeidsduur (tijdelijk) voor alle werknemers met maximaal 20% te verlagen bij bedrijfseconomische omstandigheden die anders tot ontslag zouden hebben geleid. In dat geval dient het loon volledig te worden doorbetaald, waarvan 75% wordt betaald vanuit een compensatieregeling vanuit de overheid. Deze regeling gaat niet ten kosten van opgebouwde WW-rechten;
- In het geval dat de werkgever een werknemer, bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, naar een andere werkgever helpt, dan kan de transitievergoeding achterwege blijven;
- Er wordt onderzocht of de huidige verlofregelingen kunnen worden ondergebracht in een nieuwe verlofregeling ‘Maatschappelijk Verlof’.
Het advies van de SER is een reactie op het rapport van de commissie-Borstlap van 23 januari 2020. In voornoemd rapport wordt gewaarschuwd voor de groeiende ongelijkheid tussen werknemers met een vaste arbeidsovereenkomst en flexibele arbeidskrachten. Sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid (Wwz) in 2015 zijn vaste arbeidsovereenkomsten mogelijk te vast geworden. Met invoering van de WAB in 2020 is vervolgens geprobeerd hier verandering in te brengen door onder meer een extra ontslaggrond toe te voegen en een verschil in premies werknemersverzekeringen aan te brengen. Of werkgevers hierdoor eerder geneigd zijn een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan te bieden is nog niet volledig bekend, maar dit lijkt niet het geval te zijn.
De hiervoor genoemde plannen zoals gepresenteerd in het advies van de SER zouden dus moeten bijdragen om de trend van de groeiende ongelijkheid tussen werknemers met een vaste arbeidsovereenkomst en flexibele arbeidskrachten te keren. Het is echter maar de vraag of dit zal lukken. De genoemde plannen gelden immers slechts als een advies voor het nieuwe kabinet. Het is dan ook nadrukkelijk afwachten hoeveel c.q. welke van deze plannen daadwerkelijk in het regeerakkoord zullen terugkomen.