De omzet van de detailhandel was in het tweede kwartaal van 2019 2,7 procent hoger dan een jaar eerder. Het volume was 2,4 procent groter. Net als in vorige kwartalen waren vooral de internetverkopers en de branches in woninginrichting, zoals de meubel- en keukenbranche, verantwoordelijk voor de positieve omzetontwikkeling. Vanuit de foodsector kwam geen positieve impuls. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe kwartaalcijfers. De omzet van de detailhandel is al ruim vijfenhalf jaar elk kwartaal hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. De laatste daling dateert van het vierde kwartaal van 2013, toen was de detailhandelsomzet voor het laatst lager (1,0 procent).
In de foodsector was de omzet in het tweede kwartaal 0,2 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal vorig jaar. De omzetontwikkeling werd gedrukt door een lager volume (-0,8 procent). De omzet van foodspeciaalzaken zoals slagerijen, groentezaken, kaaswinkels en slijterijen was 2,4 procent lager, hun volume 3,0 procent lager. Bij supermarkten groeide de omzet in het tweede kwartaal nog met 0,5 procent, maar nam het volume af met 0,4 procent.
In de non-foodsector werd in het tweede kwartaal van dit jaar 2,4 procent meer omgezet dan in dezelfde periode in 2018. Vooral meubelwinkels (+9,2 procent) en doe-het-zelf-, keuken- en vloerenwinkels (+4,8 procent) deden goede zaken. Winkels in consumentenelektronica zetten 3,8 procent meer om. Daarentegen was de omzetontwikkeling in het tweede kwartaal in de modebranches negatief. Winkels in schoenen (-2,9 procent) en kleding (-0,7 procent) verkochten minder. Ook speelgoedwinkels moesten flink omzet inleveren (-18,3 procent).
De verkopen via internet namen in het tweede kwartaal wederom veel sterker toe dan de winkelverkopen. De internetomzet was in het tweede kwartaal 18,2 procent hoger dan een jaar eerder. De sterkste groei van de internetomzet was bij de multi-channelers. Voor die bedrijven is de verkoop via internet een nevenactiviteit, naast de fysieke verkoop in winkels. De internetomzet van de multi-channelers was in het tweede kwartaal 23,2 procent hoger dan een jaar eerder. Bij de pure internetverkopers (postorderbedrijven en webwinkels) was de omzet 14,7 procent hoger.
Het vertrouwen van detailhandelaren was aan het begin van het derde kwartaal lager dan drie maanden eerder. De vertrouwensindicator daalde in deze periode van 10,9 naar 7,6. De daling wordt vooral veroorzaakt door verslechterde omzetverwachtingen. Rekende aan het begin van het tweede kwartaal per saldo (het verschil tussen het aantal ondernemers dat een omzetstijging verwacht en het aantal ondernemers dat een daling verwacht) nog bijna 38 procent van de detailhandelsondernemers op een stijging van de omzet, aan het begin van het derde kwartaal ging per saldo 3 procent uit van een omzetdaling.
Het percentage detailhandelsbedrijven dat last heeft van een tekort aan personeel daalde van 12,7 aan het begin van het tweede kwartaal tot 12,2 procent aan het begin van het derde kwartaal. Aan het begin van het vierde kwartaal vorig jaar bereikte het percentage detailhandelsbedrijven met personeelstekort een piek (16 procent).
Het aantal faillissementen in de detailhandel nam dit jaar toe. Er gingen in het tweede kwartaal 98 detailhandelsbedrijven failliet, 15 meer dan in het eerste kwartaal.