Is de beperkte afschrijving op onroerend goed wel een nadeel?

Wendy Sanders, werkzaam bij de vestiging Cuijk, is in de digitale fiscale wereld gedoken voor het schrijven van haar blog voor OOvB.

Ze schrijft een interessant stuk over fiscale afschrijvingsbeperking op onroerend goed. Is deze afschrijvingsbeperking wel zo nadelig als gedacht? Wendy heeft haar bedenkingen hierover. Wat is haar uiteindelijke conclusie?

Sinds enkele jaren geldt er een fiscale afschrijvingsbeperking op onroerend goed. Sindsdien mag onroerend goed slechts tot de bodemwaarde worden afgeschreven. Afhankelijk van de situatie is dat 50% dan wel 100% van de WOZ-waarde. Vanaf 1 januari 2019 geldt voor de vennootschapsbelasting altijd een bodemwaarde van 100% van de WOZ-waarde. Deze gewijzigde afschrijvingsbeperking zorgt voor hogere lasten voor ondernemers in de vennootschapsbelasting, terwijl ondernemers in de inkomstenbelasting ongemoeid worden gelaten. Een veel gehoorde en terechte vraag is dan ook: wat is de rechtvaardiging voor dit verschil in behandeling? Naar mijn mening is die er niet. Maar ik vind dat we ons wel moeten afvragen of deze afschrijvingsbeperking nu daadwerkelijk zo nadelig is.

 

De achterliggende gedachte van afschrijven

Door onroerend goed te gebruiken, slijt het. Slijtage leidt echter niet direct tot kosten, zodat de jaarlijkse slijtage door middel van afschrijving wordt toegerekend aan het jaar van gebruik. Omdat grond niet slijt mag bij onroerend goed alleen worden afgeschreven over de opstal. Ook de opstal zal niet volledig slijten en daarom moet bij het bepalen van de afschrijving rekening worden gehouden met een restwaarde. Over deze restwaarde mag niet worden afgeschreven. Met een eventuele toekomstige waardestijging van het onroerend goed hoeft bij het bepalen van de afschrijving geen rekening te worden gehouden. Een beperking van de afschrijving op onroerend goed tot aan 100% van de WOZ-waarde past mijn inziens dan ook niet bij de achterliggende gedachte van afschrijven, omdat de WOZ-waardering een ander uitgangspunt hanteert. Het maken van een onderscheid tussen onroerend goed in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting kan ik op basis van het voorgaande al helemaal niet rechtvaardigen.

Wat is het voordeel van afschrijven?

Door af te schrijven op onroerend goed verlaagt u uw winst waardoor u in dat jaar minder belasting verschuldigd bent. Maar hiervoor heb ik al aangegeven dat bij afschrijven wel rekening wordt gehouden met een waardevermindering van het onroerend goed door slijtage, maar niet met een eventuele toekomstige waardestijging door andere factoren. Hierdoor komt het regelmatig voor dat bij verkoop van onroerend goed de verkoopwaarde hoger is dan de boekwaarde. Op dat moment moet u belasting betalen over het verschil, oftewel over de behaalde boekwinst. Afschrijven zorgt er in dit geval slechts voor dat het betalen van belasting wordt uitgesteld naar een later tijdstip. Hierdoor heeft u een liquiditeitsvoordeel. Indien u de liquide middelen voor andere doeleinden nodig heeft dan belasting betalen, kan de afschrijvingsbeperking op onroerend goed dan ook zeer vervelend voor u uitpakken. U moet zich echter wel realiseren dat afschrijven vaak slechts leidt tot belastinguitstel en niet tot belastingafstel.

Er zijn ook situaties denkbaar waarbij het helemaal niet zo gewenst is om af te schrijven. Denk bijvoorbeeld aan een ondernemer die nu al weet dat hij over enkele jaren zijn onderneming beëindigd of verkoopt, waarbij het onroerend goed meer waard zal zijn dan de boekwaarde. Hij brengt nu jaarlijks afschrijvingskosten in mindering op zijn winst, terwijl hij nu al weet dat hij hier over enkele jaren weer belasting over moet betalen. Wellicht zelfs tegen een hoger tarief vanwege de progressieve belastingtarieven.

Dan kan hij net zo goed niet afschrijven, hoor ik u denken. Maar mag dat ook zomaar? Nee. Afschrijven is op basis van het zogenoemde goedkoopmansgebruik verplicht. De enige manier om de afschrijvingsverplichting, zoals ik het in dit geval maar even noem, zoveel mogelijk te beperken is door de restwaarde van het onroerend goed zo hoog mogelijk in te schatten.

Conclusie

De afschrijvingsbeperking op onroerend goed kan in sommige gevallen zeer vervelend uitpakken doordat dit leidt tot een hogere belastingheffing die beslag legt op de aanwezige liquide middelen. Maar u moet zich wel realiseren dat afschrijven in veel gevallen slechts leidt tot uitstel van belastingheffing. Daarbij zijn er ook situaties denkbaar waarbij afschrijven helemaal niet zo gewenst is. Alleen nadelen zien van het niet langer mogen afschrijven op onroerend goed is mijn inziens dan ook niet juist. Een goede adviseur bekijkt samen met u wat in uw geval gewenst is en wat daarin de fiscale mogelijkheden zijn.

Wilt u meer weten over dit onderwerp? Neem contact op met een van onze fiscale medewerkers. Zij denken graag met u mee!