China ervaart op allerlei manieren concurrentie van nieuwe productiegrootmachten. Deels heeft dat te maken met de effecten van de coronapandemie, maar ook door het besef dat vele producenten hun toeleveringsrisico’s willen spreiden. Een aantal andere landen maakt handig gebruik van dit nieuwe sentiment en springen graag in het gat dat China laat liggen.
India werpt zich graag op als aantrekkelijke concurrent van China. Er is dan ook veel technologische kennis aanwezig. Toch werpen de bureaucratie en de trage besluitvorming nog wel enkele hindernissen op.
Dankzij de snelle economische hervormingen is Vietnam in staat gebleken om van één van de armste landen in de wereld, op te klimmen tot een economie met een gemiddeld inkomen binnen 1 generatie.
Thailand lijkt een belangrijke productiefactor te worden voor de auto-industrie. Ook elektronicamerken zoals Sony en Sharp hebben ervoor gekozen een groot deel van de productie onder te brengen bij productielocaties in Thailand. Een andere snelle groeier? Bouwers van zonnepanelen.
Het land heeft wellicht nog last van een negatief imago van kinderarbeid. Toch is de belangrijkste industriesector – kleding – aan een nieuwe opmars bezig en weet zij met nieuwe technologie en betere arbeidsomstandigheden op te werpen als concurrent van China.
Maleisië profiteert vooral van investeringen in hoogwaardige technologie. Chipmakers zien toekomst in het Aziatische land vanwege de lage arbeidskosten en de toegenomen handelsspanningen tussen China en het westen.