Vanaf 1 januari 2025 wordt naar alle waarschijnlijkheid de bpm-vrijstelling op bestelbussen voor ondernemers afgeschaft. Dit heeft gevolgen voor alle ondernemers die voornemens zijn een bestelbus aan te schaffen. Luuk Gevers, junior fiscalist op onze vestiging in Heesch schrijft in zijn blog over de afschaffing van deze regeling en de gevolgen voor ondernemers.
De regeling die wordt afgeschaft is een bpm-vrijstelling bij de aanschaf van een bestelbus. Bpm staat voor belasting van personenauto’s en motorrijwielen. Het is een belasting die wordt geheven bij de aanschaf van een (nieuwe) auto. Bestelbussen zijn voor bpm-heffing uitgezonderd onder bepaalde voorwaarde. De voorwaarden voor de vrijstelling zijn als volgt:
- De bestelbus wordt aangeschaft door een ondernemer (dit is het ondernemersbegrip zoals gedefinieerd in de omzetbelasting).
- De bestelauto wordt gebruikt voor de onderneming.
- De bestelauto voldoet aan de inrichtingseisen van de wet BPM.
Indien voldaan wordt aan deze voorwaarden blijft de bpm achterwege.
Het kabinet heeft een aantal redenen voor het afschaffen van de bpm-vrijstelling. Ten eerste wil het kabinet de bpm-vrijstelling afschaffen om meer belastingopbrengsten te genereren. Daarnaast wil het kabinet de verkoop van emissievrije of zuinige bestelauto’s stimuleren. De bpm wordt namelijk berekend aan de hand van de uitstoot van de verkochte auto. Zuinige bestelauto’s zullen hierdoor na de afschaffing een lagere bpm last hebben dan traditionele bestelauto’s. Het kabinet hoopt hierdoor dat de prijzen dichter bij elkaar komen te liggen, waardoor een ondernemer in dat geval voor een zuinige of emissievrije bestelauto zal kiezen.
De verwachtte afschaffing betekent dat bestelauto’s vanaf 1 januari 2025 duurder zullen worden. Mocht de aanschaf van een bestelauto op de planning staan dan kan het voordelig zijn de investering op korte termijn in te plannen voordat de afschaffing is voltrokken.
Wil je meer informatie over dit onderwerp? Neem dan contact met ons op, wij helpen je graag.